**exclusief interview**
de creator van LUISTERVINK
werd geïnterviewd door held Robbert Zweegman:
Luchtigheids behoefte
Interview met Baukje, 14 april 2022
Wat is een luistervink?
In het algemeen: zet je oren open. Ga op luisterjacht. Er worden altijd dingen gezegd en die vang je op. Gesprekken, zinnen, woorden die iets met je doen. Luister aandachtig naar gesprekken om je heen.
Voor mijzelf: de luistervinken die ik verzamel zijn tegen mij in persona gezegd.
Ikzelf ben in gesprek. Er wordt iets gezegd dat bij mij een beeld oproept. De situatie is vaak sociaal ongemakkelijk, soms schrijnend of emotioneel zwaar. Er wordt een zin gezegd die in mijn hoofd luchtigheid geeft. Er ontstaan beelden bij, soms kleine toneelstukjes, filmisch. Ik moet gniffelen door de absurditeit.
Daarmee plaats ik die zin uit de context waarin deze thuishoort. Ik kan niets anders zeggen dan: ‘Ho stop – hoorde je wat je daarnet zei? Eigenlijk is dat heel grappig. Sorry, ondanks het verhaal dat je nu vertelt dat heel naar en schrijnend is’.
Dan komt er ontspanning. Daarna gaat het gesprek weer door. Voor mij is het belangrijk dat mijn gesprekspartner begrijpt dat ik echt aan het luisteren ben. Door het luistervinken luister en hoor ik de ander ook echt. De luistervink geeft lucht aan het gesprek.
Lach en traan komen samen.
Vindt de ander het altijd prettig dat jij deze lucht geeft?
Mensen willen snel iets met mij delen. Misschien komt dat ook wel door die luchtigheid. Ik neem de ander serieus maar ben wel altijd op zoek naar lucht. Ik hou van het fenomeen lachend huilen. Deze termen horen bij elkaar.
Er zit iets humaans aan jouw teksten en beelden. Je steekt niet de draak met iemand maar laat zien dat wij allemaal stamelend aan het zoeken zijn. Zie de mens. Dit geeft ruimte in een gesprek en haalt misschien wel andere details boven tafel.
Ik zou moeten vragen hoe gesprekpartners dit ervaren. Ik heb de neiging om te denken dat omdat de gesprekpartners graag terugkomen ze het gesprek niet als vervelend ervaren. Ik ben wel bang dat de ander denkt dat ik hem op de hak neem. Een lastig gebied. Neem de verhaspeling: er komt dan een taalmonster in mij naar boven die iemand gaat afbranden op gebrek aan taalvaardigheid. Ik kan dan hardop lachen, dat lijkt op uitlachen. Dat is het lastige aan dit fenomeen: iemand geeft zijn hele hebben en houwen bloot in een huilmodus. Ik hoor een zin waar ik op aanga. Moet dan lachen en verontschuldig mijzelf ook standaard: ‘Ik geef je even terug wat voor een moois je nu zegt’. Ik ben altijd bang dat mensen zullen zeggen: ‘Doe dat eens even niet – ik zit hier in een verhaal en jij maakt daar een lachertje van’.
Toch denk ik ook altijd: ik kom daar wel mee weg.
Ik neem mijzelf als voorbeeld – je geeft ook mij terug dat ik iets bijzonders doe met taal.
Mooi als dat zo werkt! Ik ken ook iemand in mijn directe omgeving die nogal veel verhaspelt, maar die vindt dat niet altijd leuk. Sommige luistervinken probeer ik dus in stilte tot mij te nemen. Probleem is dat dit niet lukt – want na deze bijzondere zin komt dan weer iets nieuws, waardoor ik de vorige bijzondere zin alweer heb gewist.
Wat ik hoor en zie is een continu proces. Als ik het niet onmiddellijk opschrijf dan is het weg. Het is een illusie dat je het kunt onthouden.
Je moet dus inbreken, anders is het vervlogen?
Klopt. Ik kan dus niet niet inbreken. Ik probeer het wel. Ik maak een onderscheid tussen taalvaardige mensen en gesprekspartners die moeilijker uit hun woorden komen.
In het laatste geval probeert de luistervink zich wat meer in te houden. Wat vaak tot mislukking gedoemd is. Dan maar drie keer meer sorry zeggen.
In managerstaal ben jij altijd bezig met de helikopterview – je stijgt boven het gesprek uit en kijkt wat er gebeurd.
Dat ben ik non-stop aan het doen – ook nu. Ik zie een hilarische tv-serie. Wat zijn we serieus bezig. Ik heb een grote luchtigheidsbehoefte. Om het leven makkelijker te maken. Je zou kunnen denken: wat een fijn luchtig leven heeft Baukje. Maar ik ben nogal zwaar op de hand en vind het leven best ingewikkeld. De luistervink geeft mij veel lucht. Het feit dat ik taalkundig mag lachen en daarmee mag spelen geeft mij de ruimte om met het leven om te gaan.
Er worden zinnen uitgesproken waar jij dan onmiddellijk beelden bij hebt?
Nee, datgene wat zich dan in mijn hoofd afspeelt kan ik niet meteen op papier zetten. Dat zijn halve films. Het gebeurt bijna nooit dat de beelden die ik tijdens het gesprek zie gebruikt worden. Citaat en beeld staan los van elkaar. Ik kan iets zien en geïnspireerd raken om daarvan een tekening te maken. Vervolgens wordt ik verliefd op zo’n tekening. Daar zoek ik een zin: welk opgeschreven citaat past? Dat moet door de ballotage in mijn hoofd. Het passen betekent niet dat beeld en tekst niet zouden mogen schuren. Juist in het schuren zit het absurdisme. Mijn dochtertje zei laatst: ‘Oh, ik ben Elsa-blij!’ Een uitspraak geïnspireerd op de Disneyfilm Frozen, gemaakt door een vierjarig meisje met blauwe ogen en blonde krullen. Ik kies dan een droogkloterige man in een driedelig pak die verveeld de camera inkijkt.
In jouw methodiek schrijf je de zin op en op een later moment komt daar een beeld bij?
Er gebeurt op dat moment zoveel in mijn hoofd, dat valt niet te vatten in een beeld. Het zou een aparte filter vereisen – de beeldvink. Het is niet onder woorden te brengen wat daar precies gebeurt. Het heeft te maken met herkenning, dat de zin door mij heen gaat.
Het zal wel te maken hebben met de VPRO series die ik in mijn jeugd gezien heb.
Er is dus ooit een eerste keer geweest dat je iets hebt genoteerd dat je later luistervink bent gaan noemen.
Dat filteren en opschrijven is begonnen in mijn studententijd, toen ik een jaar of twintig was. In mijn studentenhuis hadden we op de wc een lijst waar je op kon schrijven. Daar werden grappige woorden of zinnetjes op geschreven. Die lijsten heb ik niet meer. De lijsten uit mijn volgende woning heb ik nog wel. Daarvan vind ik de meeste dingen niet meer zo grappig.
Taalgevoeligheid en absurdisme, daarin zit een aansluiting?
Of een kortsluiting. In mijn tienertijd was ik bezig met de combinatie tekenen en schrijven: dagboeken, liedjes op mijn gitaar. De hormonen heb ik talig verwerkt. Ook toneelspelen was belangrijk. Samen met mijn twee zussen en met mijn ouders als publiek. Op verjaardagen deed ik André van Duin na. Ik wilde komiek, cabaretier én striptekenaar worden.
Kan je een concreet voorbeeld geven van een luistervink actie?
Mijn ouders in de tuin. We hebben een gesprek over een bucketlist – wat zou je in je leven nog willen doen. Er wordt gevraagd: ‘Wie wil er nog een wijntje?’ Tegenvraag: ‘Wat voor wijn heb je dan?’ Mijn moeder zegt: ‘Het is een heel lekkere wijn – hij heet Pino? Pino? Pinochet!’ Die hilarische verhaspeling moet ik direct noteren. Die roep ik ook heel hard en daar lach ik om. Mijn moeder zit dan in haar schaamte: oh nee, wat zeg ik nu weer?
Of een goede vriend die aan de keukentafel vertelt over zijn op handen zijnde scheiding.
Midden in dit droevige gesprek zegt hij: ‘We gaan niet uit elkaar, maar ook niet in elkaar’. Deze zin heeft zoveel poëtische schoonheid dat ik dan zeg: ‘Sorry, maar deze zin is zo mooi – vind je het goed als ik hem even opschrijf?’ Ik heb een papiertje dat ik op de stoel van één van mijn kinderen heb neergelegd, zodat het minder confronterend. Daar moeten we beiden om lachen waarna het gesprek weer verder gaat.
Is de luistervinkmethode te leren?
Ik ben nu bezig met een tweede workout getiteld Luistervinken. Op een online platform waar je creatieve workouts kunt doen (Jimzoo, red.). Om de spieren te trainen van het creatief denken. Visualiseren, dus tekenen en schrijven. Ik ben ingevlogen met de skill luistervinken. De vraag na afloop: wat neem je hieruit mee? Deelnemers geven terug dat hun oren meer zijn gaan open staan: wat mooi dat één heel klein terloops zinnetje aanleiding kan zijn voor een hele tekst.
Het is een vaardigheid die je kunt leren: ga eens op luisterjacht! Wat je er daarna mee doet is waarschijnlijk voor iedereen verschillend. Het satirische, absurdistische deel komt voort uit mijn eigen brein en heeft te maken met mijn opvoeding.
Nu komt er dus een eerste boekje uit: waarom?
Jaren geleden was er de ambitie om zoveel mogelijk mensen op het luistervinkenpad te sturen. Tegenwoordig heb ik meer de behoefte om mijn eigen luistervinken te delen met de wereld. De nog steeds groeiende verzameling van duizenden citaten inzetten om mensen te laten gniffelen. En dat er daardoor misschien een tikje anders tegen de bloedserieuze wereld wordt aangekeken.
Plannen voor de toekomst?
Ik moet lachen om het groteske van deze vraag -dat kan ik met mijn van origine klein-dorpse denken bijna niet aan haha. Verlegenheid en schaamte staan tegenover de professionele auteur en illustrator die een plan heeft met haar toekomst.
Groot versus klein. Serieus tegenover humor. Ik ben altijd erg goed in het verlegen weglachen van deze ernst. Terwijl ik het ook wil toelachen. Het ongemakkelijke, de kwetsbaarheid niet wegstoppen. Ik was altijd al degene die de directe vragen stelde.
Ik wilde dingen blootleggen. Hoe vervelend dat proces ook is – de jas moet uit.
Als een keizer die geen kleren meer aanheeft. Ik wil nu een begin maken met een eerste publicatie. Er komen meer boekjes in alle soorten en maten: uitklapbaar als een poster, een scheurkalender – alles is mogelijk. Voorwaarts!
Deze publicatie is dus een startpunt?
Ik ga de wereld in, Het is niet meer mijn eigen verzameling die stof ligt te happen.
Al een aantal jaren plaats ik mijn luistervinken in socials, maar dat zijn kleine plaagstootjes.
Met dit eerste boekje stuur ik mijzelf de wereld in. Ik laat zien waar ik mee bezig ben.
Het is mijn papieren kindje.
Ik ben uit mijn schulp aan het kruipen. Omdat ik er zo achter sta wil ik erover vertellen: radio optredens, columns in een krant of tijdschrift – kom maar op!
Ik heb een antidepressiva waar de wereld behoefte aan heeft. Daar gebruik ik het zelf ook voor. Het blijft heel spannend om dit zo luid te schreeuwen.
Ik ben fan van kwetsbaarheid. Met het ouder worden zie ik de kracht van de creatieveling. Ik durf mij nu een kunstenaar te noemen. Misschien heb je er een speciaal brein voor nodig, iets waar ik nu trots op ben.
Luchtigheids behoefte
Interview met Baukje, 14 april 2022
Wat is een luistervink?
In het algemeen: zet je oren open. Ga op luisterjacht. Er worden altijd dingen gezegd en die vang je op. Gesprekken, zinnen, woorden die iets met je doen. Luister aandachtig naar gesprekken om je heen.
Voor mijzelf: de luistervinken die ik verzamel zijn tegen mij in persona gezegd.
Ikzelf ben in gesprek. Er wordt iets gezegd dat bij mij een beeld oproept. De situatie is vaak sociaal ongemakkelijk, soms schrijnend of emotioneel zwaar. Er wordt een zin gezegd die in mijn hoofd luchtigheid geeft. Er ontstaan beelden bij, soms kleine toneelstukjes, filmisch. Ik moet gniffelen door de absurditeit.
Daarmee plaats ik die zin uit de context waarin deze thuishoort. Ik kan niets anders zeggen dan: ‘Ho stop – hoorde je wat je daarnet zei? Eigenlijk is dat heel grappig. Sorry, ondanks het verhaal dat je nu vertelt dat heel naar en schrijnend is’.
Dan komt er ontspanning. Daarna gaat het gesprek weer door. Voor mij is het belangrijk dat mijn gesprekspartner begrijpt dat ik echt aan het luisteren ben. Door het luistervinken luister en hoor ik de ander ook echt. De luistervink geeft lucht aan het gesprek.
Lach en traan komen samen.
Vindt de ander het altijd prettig dat jij deze lucht geeft?
Mensen willen snel iets met mij delen. Misschien komt dat ook wel door die luchtigheid. Ik neem de ander serieus maar ben wel altijd op zoek naar lucht. Ik hou van het fenomeen lachend huilen. Deze termen horen bij elkaar.
Er zit iets humaans aan jouw teksten en beelden. Je steekt niet de draak met iemand maar laat zien dat wij allemaal stamelend aan het zoeken zijn. Zie de mens. Dit geeft ruimte in een gesprek en haalt misschien wel andere details boven tafel.
Ik zou moeten vragen hoe gesprekpartners dit ervaren. Ik heb de neiging om te denken dat omdat de gesprekpartners graag terugkomen ze het gesprek niet als vervelend ervaren. Ik ben wel bang dat de ander denkt dat ik hem op de hak neem. Een lastig gebied. Neem de verhaspeling: er komt dan een taalmonster in mij naar boven die iemand gaat afbranden op gebrek aan taalvaardigheid. Ik kan dan hardop lachen, dat lijkt op uitlachen. Dat is het lastige aan dit fenomeen: iemand geeft zijn hele hebben en houwen bloot in een huilmodus. Ik hoor een zin waar ik op aanga. Moet dan lachen en verontschuldig mijzelf ook standaard: ‘Ik geef je even terug wat voor een moois je nu zegt’. Ik ben altijd bang dat mensen zullen zeggen: ‘Doe dat eens even niet – ik zit hier in een verhaal en jij maakt daar een lachertje van’.
Toch denk ik ook altijd: ik kom daar wel mee weg.
Ik neem mijzelf als voorbeeld – je geeft ook mij terug dat ik iets bijzonders doe met taal.
Mooi als dat zo werkt! Ik ken ook iemand in mijn directe omgeving die nogal veel verhaspelt, maar die vindt dat niet altijd leuk. Sommige luistervinken probeer ik dus in stilte tot mij te nemen. Probleem is dat dit niet lukt – want na deze bijzondere zin komt dan weer iets nieuws, waardoor ik de vorige bijzondere zin alweer heb gewist.
Wat ik hoor en zie is een continu proces. Als ik het niet onmiddellijk opschrijf dan is het weg. Het is een illusie dat je het kunt onthouden.
Je moet dus inbreken, anders is het vervlogen?
Klopt. Ik kan dus niet niet inbreken. Ik probeer het wel. Ik maak een onderscheid tussen taalvaardige mensen en gesprekspartners die moeilijker uit hun woorden komen.
In het laatste geval probeert de luistervink zich wat meer in te houden. Wat vaak tot mislukking gedoemd is. Dan maar drie keer meer sorry zeggen.
In managerstaal ben jij altijd bezig met de helikopterview – je stijgt boven het gesprek uit en kijkt wat er gebeurd.
Dat ben ik non-stop aan het doen – ook nu. Ik zie een hilarische tv-serie. Wat zijn we serieus bezig. Ik heb een grote luchtigheidsbehoefte. Om het leven makkelijker te maken. Je zou kunnen denken: wat een fijn luchtig leven heeft Baukje. Maar ik ben nogal zwaar op de hand en vind het leven best ingewikkeld. De luistervink geeft mij veel lucht. Het feit dat ik taalkundig mag lachen en daarmee mag spelen geeft mij de ruimte om met het leven om te gaan.
Er worden zinnen uitgesproken waar jij dan onmiddellijk beelden bij hebt?
Nee, datgene wat zich dan in mijn hoofd afspeelt kan ik niet meteen op papier zetten. Dat zijn halve films. Het gebeurt bijna nooit dat de beelden die ik tijdens het gesprek zie gebruikt worden. Citaat en beeld staan los van elkaar. Ik kan iets zien en geïnspireerd raken om daarvan een tekening te maken. Vervolgens wordt ik verliefd op zo’n tekening. Daar zoek ik een zin: welk opgeschreven citaat past? Dat moet door de ballotage in mijn hoofd. Het passen betekent niet dat beeld en tekst niet zouden mogen schuren. Juist in het schuren zit het absurdisme. Mijn dochtertje zei laatst: ‘Oh, ik ben Elsa-blij!’ Een uitspraak geïnspireerd op de Disneyfilm Frozen, gemaakt door een vierjarig meisje met blauwe ogen en blonde krullen. Ik kies dan een droogkloterige man in een driedelig pak die verveeld de camera inkijkt.
In jouw methodiek schrijf je de zin op en op een later moment komt daar een beeld bij?
Er gebeurt op dat moment zoveel in mijn hoofd, dat valt niet te vatten in een beeld. Het zou een aparte filter vereisen – de beeldvink. Het is niet onder woorden te brengen wat daar precies gebeurt. Het heeft te maken met herkenning, dat de zin door mij heen gaat.
Het zal wel te maken hebben met de VPRO series die ik in mijn jeugd gezien heb.
Er is dus ooit een eerste keer geweest dat je iets hebt genoteerd dat je later luistervink bent gaan noemen.
Dat filteren en opschrijven is begonnen in mijn studententijd, toen ik een jaar of twintig was. In mijn studentenhuis hadden we op de wc een lijst waar je op kon schrijven. Daar werden grappige woorden of zinnetjes op geschreven. Die lijsten heb ik niet meer. De lijsten uit mijn volgende woning heb ik nog wel. Daarvan vind ik de meeste dingen niet meer zo grappig.
Taalgevoeligheid en absurdisme, daarin zit een aansluiting?
Of een kortsluiting. In mijn tienertijd was ik bezig met de combinatie tekenen en schrijven: dagboeken, liedjes op mijn gitaar. De hormonen heb ik talig verwerkt. Ook toneelspelen was belangrijk. Samen met mijn twee zussen en met mijn ouders als publiek. Op verjaardagen deed ik André van Duin na. Ik wilde komiek, cabaretier én striptekenaar worden.
Kan je een concreet voorbeeld geven van een luistervink actie?
Mijn ouders in de tuin. We hebben een gesprek over een bucketlist – wat zou je in je leven nog willen doen. Er wordt gevraagd: ‘Wie wil er nog een wijntje?’ Tegenvraag: ‘Wat voor wijn heb je dan?’ Mijn moeder zegt: ‘Het is een heel lekkere wijn – hij heet Pino? Pino? Pinochet!’ Die hilarische verhaspeling moet ik direct noteren. Die roep ik ook heel hard en daar lach ik om. Mijn moeder zit dan in haar schaamte: oh nee, wat zeg ik nu weer?
Of een goede vriend die aan de keukentafel vertelt over zijn op handen zijnde scheiding.
Midden in dit droevige gesprek zegt hij: ‘We gaan niet uit elkaar, maar ook niet in elkaar’. Deze zin heeft zoveel poëtische schoonheid dat ik dan zeg: ‘Sorry, maar deze zin is zo mooi – vind je het goed als ik hem even opschrijf?’ Ik heb een papiertje dat ik op de stoel van één van mijn kinderen heb neergelegd, zodat het minder confronterend. Daar moeten we beiden om lachen waarna het gesprek weer verder gaat.
Is de luistervinkmethode te leren?
Ik ben nu bezig met een tweede workout getiteld Luistervinken. Op een online platform waar je creatieve workouts kunt doen (Jimzoo, red.). Om de spieren te trainen van het creatief denken. Visualiseren, dus tekenen en schrijven. Ik ben ingevlogen met de skill luistervinken. De vraag na afloop: wat neem je hieruit mee? Deelnemers geven terug dat hun oren meer zijn gaan open staan: wat mooi dat één heel klein terloops zinnetje aanleiding kan zijn voor een hele tekst.
Het is een vaardigheid die je kunt leren: ga eens op luisterjacht! Wat je er daarna mee doet is waarschijnlijk voor iedereen verschillend. Het satirische, absurdistische deel komt voort uit mijn eigen brein en heeft te maken met mijn opvoeding.
Nu komt er dus een eerste boekje uit: waarom?
Jaren geleden was er de ambitie om zoveel mogelijk mensen op het luistervinkenpad te sturen. Tegenwoordig heb ik meer de behoefte om mijn eigen luistervinken te delen met de wereld. De nog steeds groeiende verzameling van duizenden citaten inzetten om mensen te laten gniffelen. En dat er daardoor misschien een tikje anders tegen de bloedserieuze wereld wordt aangekeken.
Plannen voor de toekomst?
Ik moet lachen om het groteske van deze vraag -dat kan ik met mijn van origine klein-dorpse denken bijna niet aan haha. Verlegenheid en schaamte staan tegenover de professionele auteur en illustrator die een plan heeft met haar toekomst.
Groot versus klein. Serieus tegenover humor. Ik ben altijd erg goed in het verlegen weglachen van deze ernst. Terwijl ik het ook wil toelachen. Het ongemakkelijke, de kwetsbaarheid niet wegstoppen. Ik was altijd al degene die de directe vragen stelde.
Ik wilde dingen blootleggen. Hoe vervelend dat proces ook is – de jas moet uit.
Als een keizer die geen kleren meer aanheeft. Ik wil nu een begin maken met een eerste publicatie. Er komen meer boekjes in alle soorten en maten: uitklapbaar als een poster, een scheurkalender – alles is mogelijk. Voorwaarts!
Deze publicatie is dus een startpunt?
Ik ga de wereld in, Het is niet meer mijn eigen verzameling die stof ligt te happen.
Al een aantal jaren plaats ik mijn luistervinken in socials, maar dat zijn kleine plaagstootjes.
Met dit eerste boekje stuur ik mijzelf de wereld in. Ik laat zien waar ik mee bezig ben.
Het is mijn papieren kindje.
Ik ben uit mijn schulp aan het kruipen. Omdat ik er zo achter sta wil ik erover vertellen: radio optredens, columns in een krant of tijdschrift – kom maar op!
Ik heb een antidepressiva waar de wereld behoefte aan heeft. Daar gebruik ik het zelf ook voor. Het blijft heel spannend om dit zo luid te schreeuwen.
Ik ben fan van kwetsbaarheid. Met het ouder worden zie ik de kracht van de creatieveling. Ik durf mij nu een kunstenaar te noemen. Misschien heb je er een speciaal brein voor nodig, iets waar ik nu trots op ben.